De overtuiging van de strafrechter | Het Nederlandse bewijsstelsel vanuit een juridisch en psychologisch perspectief

Eén van de meest essentiële beslissingen die de strafrechter neemt betreft die omtrent het de bewijs: is bewezen dat het feit door de verdachte is begaan (art. 350 Wetboek van Strafvordering)? Enerzijds laat het Nederlandse bewijsstelsel de rechter bij het nemen van deze beslissing veel vrijheid: hij is vrij in de waardering van het bewijs en zijn overtuiging is vereist om tot een veroordeling te komen. Anderzijds wordt die beslissingsvrijheid ook beperkt: de rechter dient de bewijsminima in acht te nemen en zijn beslissing te motiveren. In dit boek beschrijft Wevers de zoektocht naar de balans tussen de rechterlijke vrijheid en de beperkingen van die vrijheid vanuit zowel een juridisch als een psychologisch perspectief. Daarvoor gaat de auteur uitgebreid in op de psychologische literatuur omtrent het nemen van beslissingen. Door de rechter vrij te laten in zijn beslissing lijkt het Wetboek van Strafvordering onbewuste, intuïtieve denkprocessen te stimuleren. Het bestaan van de bewijsminima en de motiveringsplicht verplicht de rechter echter ook om gebruik te maken van bewuste, rationele processen.

Door dit spanningsveld in psychologische termen te formuleren, kunnen andere argumenten worden toegevoegd aan de juridische discussie. Met behulp van inzichten uit de besliskunde komt de auteur tot concrete voorstellen voor een evenwichtiger bewijsstelsel waarin rekening wordt gehouden met zowel de functies van het bewijsstelsel als het functioneren van de menselijke geest.

 

Auteur: mr. drs. Simone Wevers Verschenen: December 2012 VI + 108 pagina’s Prijs: € 27,50 ISBN 978-90-8863-103-0

 

Klik hier om het boek te bestellen via Celsus Juridische Uitgeverij.

Print Friendly and PDF ^