Evaluatie Wet controle op Rechtspersonen: toename aantal risicomeldingen

Het aantal risicomeldingen van faillissementsfraude neemt toe. Dat blijkt uit de evaluatie van Wet controle op rechtspersonen (Wcr) die minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vandaag aan de Tweede Kamer stuurde. In 2013 zijn 137 risicomeldingen gemaakt en 797 netwerktekeningen verstrekt. Opstelten constateert dat er de afgelopen periode veel ervaring is opgedaan met de nieuwe mogelijkheden die de wet biedt en dat er daarnaast expertise is opgebouwd bij het vaststellen van risico’s op misbruik van rechtspersonen.  Het toezicht op rechtspersonen is een van de instrumenten in de aanpak van faillissementsfraude.

Op 1 juli 2011 is de Wcr in werking getreden met als doel het voorkomen van misbruik van rechtspersonen, zoals faillissementsfraude. De wet maakt het mogelijk doorlopend toezicht op rechtspersonen zoals NV’s of BV’s te houden. De Dienst Justis van het ministerie van Veiligheid en Justitie analyseert op vooraf vastgestelde momenten de gegevens van bedrijven, hun bestuurders en aandeelhouders en hun directe omgeving.

De Dienst JUSTIS stelt op basis van verschillende informatiebronnen zoals het Handelsregister, het Justitieel Documentatiesysteem en gegevens van de  Belastingdienst , zogenaamde risicomeldingen en netwerktekeningen op.  Handhavende en opsporende instanties gebruiken hen in de uitvoering van hun taken. Een risicomelding is een rapport aan de betrokken instantie dat er een risico bestaat dat een rechtspersoon wordt misbruikt voor bijvoorbeeld faillissementsfraude. In een netwerktekening worden de onderlinge relevante relaties tussen de bevraagde (rechts)personen en andere  (rechts)personen of bedrijven weergegeven. In 2013 zijn 137 risicomeldingen gemaakt en 797 netwerktekeningen verstrekt. De handhavende en opsporende instanties, zoals bijvoorbeeld het OM, de politie, FIOD of de Belastingdienst, beoordelen vervolgens aan de hand van de risicomelding of een interventie kan volgen of dat bijvoorbeeld aanvullend onderzoek nodig is.

De evaluatie geeft inzicht in de terugkoppeling die afnemers aan Justis geven over acties die zij naar aanleiding van een verstrekte risicomelding hebben ondernomen. Hieruit blijkt dat concrete acties hebben plaatsgevonden zoals het afleggen van een bedrijfsbezoek, het veiligstellen van een boekhouding, het intrekken van een btw-nummer, een onderzoek naar verhaalsmogelijkheden, een beslaglegging of het aanhouden en vervolgen van verdachten van fraude. Uit de evaluatie blijkt dat het toezicht op rechtspersonen de afgelopen periode is opgebouwd, ingericht en verder geprofessionaliseerd.  Om het toezicht op rechtspersonen efficiënter te laten verlopen wordt aanbevolen om meer bronnen aan te sluiten op basis waarvan risicomeldingen gemaakt kunnen worden en te onderzoeken of de risicomeldingen aan meer organisaties verstrekt kunnen worden.

Recent zijn er al meerdere maatregelen getroffen om faillissementsfraude integraal aan te pakken, waaronder de uitbreiding en verbetering van de Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren en de inrichting van een centraal meldpunt faillissementsfraude bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD).

Meer weten over Faillissementsfraude? Kom dan op Donderdag 13 maart 2014 naar de Verdiepingscursus Faillissementsfraude in het centrum van Den Haag.

Klik hier voor meer informatie.

Print Friendly and PDF ^

'Bewijsvermoeden art. 43 lid 1 sub 2 Fw ziet niet op zekerheidstelling voor "vers" krediet'

Het bewijsvermoeden terzake van wetenschap van benadeling ex art. 43 lid 1, aanhef en sub 2 Fw mag niet ruim worden uitgelegd en ziet niet op een rechtshandeling, waarin bij het aangaan van een nieuwe kredietrelatie zekerheid wordt bedongen voor de verschaffing van krediet(ruimte).

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^

FIOD houdt vier verdachten stelselmatige faillissementsfraude aan

De FIOD heeft afgelopen woensdag vier verdachten aangehouden in een onderzoek naar een criminele organisatie die zich bezig houdt met onder meer stelselmatige faillissementsfraude, oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. De verdachten waren vermoedelijk betrokken bij een groot aantal faillissementsfraudes. Schuldeisers zijn benadeeld voor miljoenen euro's.

De hoofdverdachte is een 50-jarige bv-opkoper uit de Duitse plaats Goch. Hij verbleef op een adres in Venray. De rechter-commissaris in Arnhem heeft hem vandaag in bewaring gesteld voor 14 dagen. De man gaf vermoedelijk leiding aan de criminele organisatie. De andere aangehouden verdachten zijn een 52-jarige man uit het Limburgse Ysselsteyn, een 51-jarige vrouw uit Venray en een 51 jarige man uit Apeldoorn. Zij verleenden vermoedelijk hand- en spandiensten aan de hoofdverdachten. Zij zitten vast voor verhoor.

Het verloop van de feiten was steeds hetzelfde. Er werd een BV gekocht voor een symbolisch bedrag en kort daarna ging het bedrijf failliet. Het vermoeden is dat de verdachten alles van waarde aan de boedel onttrokken, zoals vrachtauto's, auto's, een boot, de inventaris en geld op bankrekeningen.  Daarnaast werden goederen besteld op naam van de BV, waarvan de facturen vervolgens nooit werden voldaan. Op verzoeken van de curator om administratie dan wel informatie te verstrekken, geven ze geen gehoor. De schuldeisers hebben daarna het nakijken.

Voor het onderzoek door de FIOD zijn er zes faillissementen uitgelicht. In alle zes de gevallen had de curator aangifte gedaan van faillissementsfraude. Het gaat om twee transportbedrijven uit Haarlem en Heerlen, een bouwbedrijf uit Dodewaard, een Groothandel en handelsbemiddelaar uit Echt, een uitzendbureau uit Dodewaard en een consultancybureau uit Parnu in Estland

De FIOD doorzocht zes woningen in Venray, Oirlo, Ysselsteyn, Boxmeer en Apeldoorn. Ook drie recreatiewoningen in Wanssum zijn doorzocht en zeven bedrijfpanden in Venray, Ysselsteyn, Swolgen, Heijen en Apeldoorn. Er is beslag gelegd op meerdere voertuigen, bankrekeningen en onroerend goed, omdat misdaad niet mag lonen.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^

Rvdr: Niet alleen juridisch kader faillissementsfraude herzien

Voor een versterking van de aanpak van faillissementsfraude is het niet genoeg het juridisch kader te herzien. Minstens zo belangrijk is de prioriteit die wordt gegeven aan opsporing en vervolging van faillissementsfraude.

Dat staat in het Wetgevingsadvies herziening strafbaarstelling faillissementsfraude van de Raad voor de rechtspraak naar aanleiding van het wetsvoorstel dat de strafbaarstelling van faillissementsfraude herziet. Het wetsvoorstel beoogt enerzijds de aanpak van faillissementsfraude eenvoudiger te maken en anderzijds het wettelijk instrumentarium uit te breiden.

Groot belang

De Raad onderschrijft de doelstellingen van het wetsvoorstel. Versterking van de aanpak van dergelijke fraude is van groot belang voor het vertrouwen in het handelsverkeer en voor zuivere concurrentieverhoudingen. In het advies wijst de Raad er wel op dat voor een dergelijke versterking niet kan worden volstaan met alleen een herziening van het juridische kader. Ook de feitelijke aanpak van faillissementsfraude dient te worden versterkt. Naar waarneming van de rechters-commissarissen die met het toezicht op insolventies zijn belast, heeft dit onderwerp momenteel overwegend lage prioriteit bij politie en openbaar ministerie.

Eenvoudiger wetgeving

Voor een voortvarende strafrechtelijke aanpak van faillissementsfraude is van belang dat de wetgeving voor de professionals in de praktijk zo helder en duidelijk mogelijk is. De Raad vraagt zich in dit verband af of het wetsvoorstel daadwerkelijk leidt tot eenvoudiger en betere bruikbare wetgeving. Zo worden bepaalde onderdelen en normen uit de huidige wet die nu al kunnen leiden tot bewijsproblemen (typeringen als ‘verdichten van lasten’ en ‘buitensporige uitgaven’), in het wetsvoorstel gehandhaafd. Ook denkt de Raad dat de introductie in het strafrecht van abstracte normen als ‘zorgvuldig handelen van bestuur’ en ‘vereisten van behoorlijk bestuur’ het bewijzen van faillissementsfraude alleen maar moeilijker maakt.

Bron: de Rechtspraak

Print Friendly and PDF ^

'De curator als veredelde opsporingsambtenaar'

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft op 27 november 2012 de Tweede Kamer bericht over zijn voornemen om faillissementsfraude verder aan te pakken. Dit heeft geleid tot het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht op basis waarvan het faillissementsrecht grondig zal worden gemoderniseerd. Het wetgevingsprogramma bestaat onder meer uit een versterking van de rol van de curator, de invoering van de mogelijkheid van een civiel bestuursverbod en de verbetering van het toezicht teneinde misbruik van rechtspersonen te voorkomen. Daarnaast is inmiddels een wetsvoorstel ingediend ter verbetering van de wettelijke mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen faillissementsfraude. Hoewel het wetsvoorstel voor de versterking van de rol van de curator nog niet is ingediend, is wel bekend dat de minister van plan is de curator verplicht te stellen om reële vermoedens van fraude bij de rechter-commissaris te melden. De vraag die dit voornemen oproept, is of de curator met zijn vergaande ‘opsporingsbevoegdheden’ daarmee in wezen een veredelde opsporingsambtenaar wordt die de grenzen van het Wetboek van Strafvordering omzeilt.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^