Toezichtkader NVWA: Leidende principes voor toezicht en handhaving

De NVWA houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving op het gebied van voedsel- en productveiligheid, alcohol en tabak, diergezondheid, dierenwelzijn, visserij, plantgezondheid en landbouw en natuur. Bedrijven zijn er zelf verantwoordelijk voor dat zij wetten en regels naleven. De NVWA ziet toe en handhaaft als bedrijven zich niet aan die wetten en regels houden. Het toezicht van de NVWA krijgt vorm in het stelsel van bevoegd- en verantwoordelijkheden tussen ministeries, NVWA, bedrijven en consumenten.

Recente voedselincidenten hebben – parallel aan een bredere herijking van rol en functie van toezichthouders - geleid tot discussie over de manier waarop de NVWA toeziet en handhaaft. De samenleving vraagt om voorspelbaar toezicht, met heldere kaders en een adequate aanpak. Daarom zijn de laatste jaren toezichtkaders ontwikkeld voor rijksinspecties, bijvoorbeeld voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Dit is het toezichtkader voor de NVWA. Met als kern: ‘zacht waar het kan, hard waar het moet’. De NVWA baseert haar toezicht op gerechtvaardigd vertrouwen in bedrijven die hun verantwoordelijkheden aantoonbaar waarmaken. De NVWA denkt daarin actief met bedrijven mee en geeft aan hoe het beter kan. Zonder daarbij de eigen verantwoordelijkheid van deze bedrijven over te nemen. Wanneer bedrijven het vertrouwen beschamen door regels en normen te overtreden, grijpt de NVWA snel en streng in. De NVWA treedt slagvaardig op als tijdens een inspectie misstanden of (mogelijke) risico’s voor de veiligheid worden aangetroffen. Ook bij opzettelijke overtredingen, recidive en fraude handelt de NVWA stevig en doortastend.

Doel van het NVWA-toezicht is het bevorderen van naleving van wet- en regelgeving en daarmee afdoende beheersing van risico’s voor mens, dier en natuur. De mogelijkheden van toezicht zijn begrensd; de NVWA kan immers niet alles controleren. Daarom moet het toezicht risicogericht zijn en gedreven worden door kennis. Mensen en middelen moeten efficiënt en effectief worden ingezet.

Dan nog zijn risico’s nooit volledig uit te sluiten. Incidenten en crises zullen blijven voorkomen. Politiek en maatschappij verwachten dan dat de NVWA slagvaardig optreedt. Dat vraagt om een sterkere focus op handhaving en waar nodig strenger optreden dan in het verleden. De staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) beschrijven in dit toezichtkader wat zij van het toezicht en de handhaving van de NVWA verwachten.

Het toezichtkader 

Het toezichtkader bevat de principes voor toezicht en handhaving van de NVWA. Het is opgesteld op basis van de beginselen van goed toezicht uit de ‘Kaderstellende Visie op Toezicht[3]’. De uitwerking is gebaseerd op:

  • aanbevelingen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit het rapport ‘Toezien op publieke belangen’;
  • de kabinetsreactie hierop van september 2014;
  • aanwijzingen inzake de Rijksinspecties.

De staatssecretaris van EZ en de minister van VWS stellen vanuit hun ministeriële verantwoordelijkheid de kaders op waarbinnen de NVWA haar toezicht vorm en inhoud geeft. De NVWA vertaalt die uitgangspunten naar de uitvoering. Dit toezichtkader vraagt de volgende concrete verbeteringen van de NVWA:

  • De NVWA werkt aan het verhogen van de effectiviteit van haar toezicht door een risicogerichte en kennisgedreven aanpak
  • De NVWA maakt scherpere keuzes bij de inzet van toezicht en handhaving.
  • De NVWA werkt aan een versterking van de signalerende en agenderende functie richting beleid en zorgt voor goede toetsen op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving
  • Zij kiest beredeneerd en herleidbaar voor effectieve handhavingsmethoden.
  • Het toezicht is eenduidig en voorspelbaar voor inspecteurs en voor bedrijven.
  • De NVWA pakt relevante signalen uit de maatschappij, zoals concrete meldingen of constateringen van de media, actief op in haar toezicht.
  • De NVWA focust sterker op handhaving en slagvaardig optreden dan in het verleden. Dat optreden werkt preventief en leidt tot betere naleving.
  • De NVWA hanteert een aangescherpt, effectief en uniform interventiebeleid. De NVWA treedt slagvaardig op bij overtredingen. Recidive leidt altijd tot een zwaardere maatregel. Op een overtreding volgt een retribueerbare herinspectie.
  • De NVWA zorgt ervoor dat vermoedens van fraude of opzet uit het reguliere toezicht eerder en sneller aan de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA, zodat (opgetelde) signalen uit regulier toezicht kunnen worden benut voor strafrechtelijk onderzoek.

Met deze aanscherpingen versterkt de NVWA haar rol als onafhankelijke, onpartijdige en rolvaste autoriteit. Dit draagt bij aan het vertrouwen van burgers en bedrijven in het onafhankelijk oordeel van de NVWA.

Het toezichtkader is integraal van toepassing op alle domeinen waarop de NVWA toezicht houdt. In de praktijk kunnen de invulling van het toezicht, de handhaving en het beschikbare instrumentarium per domein verschillen. De concrete aanleiding voor het opstellen van een toezichtkader NVWA was voedselveiligheid. De basis voor het kader is dan ook de borging van de publieke belangen veiligheid en gezondheid voor mens en dier en dierenwelzijn. De uitgangspunten zijn ook leidend voor de andere publieke belangen, zoals plantgezondheid en natuur. Ze geven richting aan de invulling van het toezicht en de handhaving in bijbehorende domeinen.

Regelmatig zal worden vastgesteld of het toezichtkader nog voldoet aan maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en inzichten. Evaluaties van individuele cases en incidenten kunnen hierbij een rol spelen.

 

Print Friendly and PDF ^