‘The Dutch punishment order: controversy, comparison and compromise'

In het Nederlandse strafrecht behoorden beslissingen over bewijs en straf tot voor kort tot het exclusieve domein van de onafhankelijke strafrechter. De introductie van de strafbeschikking in 2008 houdt een fundamentele breuk in met dat uitgangspunt. In relatief eenvoudige zaken kan de officier van justitie thans zelfstandig – buiten de rechter om – beslissen over de schuld en straf van de verdachte. Deze studie bespreekt de aard van de strafbeschikking en de kritiek die het heeft aangetrokken. Veel auteurs hebben de grondwettelijkheid ter discussie gesteld, het niveau van rechtsbescherming betwist en de noodzaak van de strafbeschikking betwijfeld. Door het verrichten van rechtsvergelijkend onderzoek tussen de strafbeschikking in Nederland en de equivalenten van de strafbeschikking in Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Zweden, heeft deze studie het doel oplossingen te vinden die de huidige controverses kunnen mitigeren. De studie laat zien dat er fundamentele verschillen bestaan tussen de verschillende soorten strafbeschikkingen. Daaruit volgt dat enkele van deze verschillen, zoals de betrokkenheid van de rechter of de instemming van de verdachte, zeer nuttig kunnen zijn om de controverse rondom de Nederlandse strafbeschikking te doen wegnemen. Tot slot geeft de studie belangrijke aanbevelingen voor empirisch onderzoek om de bevindingen te kunnen bevestigen.

Lees hier de scriptie ‘The Dutch punishment order: controversy, comparison and compromise' van Egge Luining (masterscriptie Engelstalige afstudeerrichting Criminal Justice, Universiteit Leiden, begeleider: dr. M.C.A. Liem, beoordeling: 8,5).

Bron: NJB

Print Friendly and PDF ^