In hoger beroep werk- en voorwaardelijke celstraf geëist tegen loodgieters na dood vader en zoon

De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft op 29 april in hoger beroep een werkstraf van 240 uur en 12 maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van 3 jaar geëist tegen twee loodgieters uit Harderwijk. In de visie van het OM zijn zij schuldig aan de dood van een vader (86) en zoon (53) die op 21 en 22 januari 2013 in een recreatiewoning op bungalowpark Flevo-Natuur in Zeewolde door koolmonoxidevergiftiging om het leven kwamen na het verkeerd installeren van een cv-ketel en de rookgasafvoer. Bovendien eiste de advocaat-generaal als bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke celstraf dat verdachten gedurende de proeftijd geen gastechnische installaties mogen installeren, repareren of onderhouden. In eerste instantie leek het erop dat de vader een natuurlijke dood was gestorven. Nadat zijn zoon diezelfde dag naar de recreatiewoning ging om enkele zaken te regelen en ook hij de volgende dag dood werd aangetroffen, ontstond het vermoeden dat er sprake was van koolmonoxidevergiftiging. De brandweer heeft na het overlijden van de zoon direct metingen uitgevoerd en er bleek inderdaad een hoge concentratie koolmonoxide in de woning aanwezig. Uit bloedonderzoek bij beide slachtoffers bleek dat zij een dodelijk percentage koolmonoxide hadden binnen gekregen.

Uit het uitgebreide en zorgvuldige onderzoek bleek: 1) dat de rookgasafvoer van de cv-ketel onjuist was aangebracht, 2) dat de afvoer onjuist was aangesloten op de ketel, 3) dat de aansluiting daardoor op hoge spanning was komen te staan, 4) dat de ketel fors overbelast was (omdat het volume van de gastoevoer niet was aangepast), 5) dat de ketel niet op propaangas stond ingesteld, waardoor er een onvolledige verbranding en veel condensvorming was en 6) dat er door dit alles een kier is ontstaan tussen de ketel en de afvoer waardoor er rookgassen vrij konden komen.

De advocaat-generaal vindt dat van iemand die van het installeren, repareren en onderhouden van cv-ketels zijn beroep heeft gemaakt, mag worden verwacht dat hij veilige verwarmingsinstallaties aflevert. Hij is van oordeel dat de dood van vader en zoon een rechtstreeks gevolg is van het handelen van de verdachten. "Er is een causaal verband tussen de wijze van installeren, monteren en aansluiten, het vrijkomen van de koolmonoxide en het overlijden van de slachtoffers. Er is daarmee sprake van medeplegen van dood door schuld."

Dit maakt dat er een straf opgelegd zou moeten worden die recht doet aan de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van verdachten. “Gezien de gezondheidstoestand van de vader en mede gelet de opstelling van de nabestaanden is een werkstraf op zijn plaats en moet voorkomen worden dat verdachten met hun onoordeelkundig handelen nieuwe slachtoffers maken. Dit kan door het stellen van een bijzondere voorwaarde bij een op te leggen voorwaardelijke celstraf.”

De rechtbank veroordeelde de vader tot een werkstraf van 200 uur en 6 maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van 2 jaar. De zoon werd vrijgesproken. Het OM ging in hoger beroep in beide zaken.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^