Gevangenisstraffen geëist voor witwassen via nephandel in lingerie en medicijnen

Het Openbaar Ministerie heeft in de rechtbank in Zwolle gevangenisstraffen tot drie jaar – waarvan een aanzienlijk deel voorwaardelijk- geëist tegen drie familieleden uit Curaçao. De verdachten wordt met hun ondernemingen stelselmatige oplichting, valsheid in geschrift en schuldwitwassen verweten. Verdachten verkochten volgens het OM op papier voor ruim 320.000.000 dollar aan lingerie en medicijnen aan Venezolanen, maar in werkelijkheid verkochten ze enkel valuta. “Het ondermijnende effect daarvan is in onze ogen evident” zeiden de officieren op zitting: “Nepbedrijven, nepklanten, nepgoederen, nepboekhouding. Alles was fake.”

Het onderzoek door het combiteam van FIOD en politie is gestart naar aanleiding van meldingen van verdachte transacties door de Financial Intelligence Unit (FIU-Nederland). Deze kwamen voort uit een melding van ongebruikelijke transacties door ING. Volgens het OM waren die meldingen destijds niet tijdig genoeg gedaan door de bank, waardoor de autoriteiten pas geïnformeerd werden nadat er al ruim 150 miljoen dollar was witgewassen via ING-rekeningen. In de zomer van 2014 leidden de meldingen tot de verdenking dat het bedrijf een dekmantel was voor het aanbieden van financiële diensten, onder het mom van de handel in farmaceutische producten en kleding. Het vermoeden was verder dat daarmee ook contant, crimineel geld werd omgezet naar giraal geld.

Gedurende het onderzoek kwamen de diverse familieleden naar voren; een vader met zijn twee zoons opereerde vanaf Curaçao en de Verenigde Staten en een neef die opereerde vanuit Nederland. De familie maakte daarbij gebruik van een groot aantal bedrijven, gevestigd in onder meer Nederland, Curaçao en Engeland. De zoons en de neef waren vandaag gedagvaard om voor de rechtbank te verschijnen.

Vermoedelijke modus operandi

Het OM verwijt de verdachten dat zij het valutatoerisme vanuit Venezuela hebben uitgebaat. Valutatoerisme houdt in dat een Venezolaan via de officiële, door de Venezolaanse overheid voor een groot deel gesubsidieerde, koers in eigen land een hoeveelheid dollars krijgt. Dit bedrag werd conform de Venezolaanse regelgeving verstrekt op een op naam gestelde credit card voor heel specifieke doeleinden.  Die doeleinden waren onder meer het (online) aankopen van eerste levensbehoeften zoals medicijnen en kleding in het buitenland. In werkelijkheid werden de gesubsidieerde dollars aangevraagd met het doel om het geld contant op te nemen, zo blijkt volgens het Om uit onderzoek door de FIOD. De verdachten zouden die contante opnamen hebben mogelijk gemaakt. Zij faciliteerden fictieve aankopen (lingerie of farmaceutische producten) via de credit card, inclusief aankoopbonnen/facturen eerst in Curaçao en later in Nederland (Europa). In plaats van de gekochte goederen, kreeg de Venezolaan fysieke dollarbiljetten. Deze dollars nam  de Venezolaan vervolgens mee terug om – vaak met woekerwinsten- te verkopen op de zwarte markt in eigen land.

De verdachten hebben vermoedelijk eerst op Curacao met behulp van valse documenten bedrijven opgericht, rekeningen geopend en overeenkomsten afgesloten met credit cardmaatschappijen. Later zijn ze gaan uitbreiden naar Europa, waaronder Nederland. De verdachten ontvingen van iedere credit cardbetaling een percentage, aldus de officieren op zitting: “In totaal hebben er met dat doel voor ongeveer 320 miljoen dollar aan credit cardbetalingen plaatsgevonden via de bedrijven van de familie.”  Een zeer groot deel van deze betalingen verliep via een Nederlandse bankrekening een zogenaamde Nederlands bedrijf. Zogenaamd, omdat dit volgens het OM ook nepondernemingen waren: “Er is nog geen onderbroek verkocht in Engeland of Spanje door de familie, maar volgens de credit cardbonnetjes verkocht de familie voor miljoenen in Europa” zeiden de officieren op zitting. Vanwege het opzetten van de verhullende structuur met de nepbedrijven en nepaankopen en miljoenen aan nep-bonnetjes  hebben verdachten het witwassen door Venezolanen mogelijk gemaakt, aldus het OM. Het OM verwijt ze dan ook schuldwitwassen.

Ernst van de feiten

De officieren van justitie noemden de strafbare feiten ernstig. “Verdachten hebben er met hun handel voor gezorgd dat de monetaire politiek van Venezuela danig is verstoord: honderden miljoenen dollars zijn ten onrechte Venezuela binnengestroomd en deels verhandeld op de zwarte valuta markt. Daarmee is de al zwakke positie van de Venezolaanse bolivar nog verder verzwakt – iets waar de gemiddelde Venezolaan dagelijks last van heeft. De handel van verdachten is mede debet aan de economische malaise van het land.” Ook vindt het OM het bijzonder laakbaar dat er “met een kerstboom van dekmantelbedrijven een soort parallelle economie is ontstaan.” De papieren werkelijkheid verschilde van wat er werkelijk gebeurde. Dat werkt ondermijnend, zeiden de officieren op zitting: “De schimmige en verhullende structuur zette de deur ook wagenwijd open voor kwaadwillende derden om anoniem (al dan niet contant) geld in te brengen en te laten uitkeren op een rekening naar keuze.” Voor het uitkeren van de bedragen had de familie natuurlijk dollars nodig. Die werden aanvankelijk via de bank betrokken, maar later kwam dat geld via contante geldstromen van derden. Er zijn indicaties dat verdachten circa 18 miljoen dollar aan contante gelden hebben  ontvangen die afkomstig waren van misdrijven, zoals illegaal gokken, inkomsten van drugshandel of voor de fiscus verzwegen inkomsten.

Strafeisen

De familieleden speelden volgens het OM een essentiële rol bij het mogelijk maken van de stelselmatige valsheden, oplichting en het schuldwitwassen: “Niet alleen stonden de broers als directeur, bestuurder of anderszins aan het hoofd van de familiebedrijven. Ook hebben zij een aanzienlijke rol gespeeld bij het opzetten van de dekmantelbedrijven, het verkrijgen van contracten met zogenoemde bedrijven en financiële instanties die credit cardtransacties verwerken en credit cardbetaalterminals leveren.”

Het OM vindt voor deze verdachten en deze ernstige feiten gevangenisstraffen op de plaats. Het OM heeft een aantal zaken meegewogen in het voordeel van de verdachten, waardoor een deel van de straffen volgens het OM voorwaardelijk zou kunnen worden opgelegd. Het OM heeft dit vastgelegd in procesafspraken, die in de vorm van een raamovereenkomst ter toetsing aan de rechtbank zijn voorgelegd. “In het voordeel van verdachten heeft meegewogen dat zij hebben meegewerkt aan het onderzoek en openheid van zaken hebben gegeven. Verdachten hebben in het kader van de openheid daarnaast afstand gedaan van alle materiële bezittingen, anders dan hun woningen in de Verenigde Staten, waarmee het wederrechtelijk verkregen vermogen van verdachten kon worden afgepakt” zeiden de officieren: “Ook is bewerkstelligd dat verdachten hun openstaande vorderingen bij de fiscus op Curaçao hebben vereffend.”

Mede daarom vindt het OM gevangenisstraffen van respectievelijk 36 maanden – waarvan 241 dagen onvoorwaardelijk- en 24 maanden – waarvan 45 dagen onvoorwaardelijk- voor de broers passend. Tegen de neef eist het OM een werkstraf van 200 uur, geheel voorwaardelijk. Hij heeft de fraude helpen mogelijk maken, maar zijn rol was aanzienlijk kleiner dan de rol van de broers. De rechtbank zal op 19 juli bekend maken wanneer zij uitspraak doet.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^