ABvRS: Milieu. Best beschikbare technieken. De Oplegnotitie BREF Grote stookinstallaties is geen hulpmiddel bij het toepassen van het BREF Grote stookinstallaties waarbij de emissierange uit het BREF prevaleert. De Oplegnotitie is een aangewezen BBT-document waarmee ingevolge art. 1, lid 3 van de Regeling aanwijzing BBT-documenten rekening moet worden gehouden. Met de aanwijzing van de Oplegnotitie door de minister is bepaald dat aan deze emissierange ook buiten het Rijnmond-gebied betekenis toekomt. Ook het betoog dat de toepassing van een SCR-installatie niet kosteneffectief is, kan evenmin gelden als voldoende reden om van de emissierange af te wijken. De kosteneffectiviteit van de toepassing van emissiereducerende maatregelen om de in BBT-documenten vermelde emissiewaarden te behalen, is namelijk in die emissierange reeds verdisconteerd.

Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State 23 mei 2012, LJN BW6358
Besluit waarbij het college een vergunning als bedoeld in art. 8.4, lid 1 van de Wm heeft verleend voor een warmtekrachtcentrale en een stoom- en gasturbine-eenheid.
De regionaal inspecteur stelt onder meer dat de emissiegrenswaarde voor NOx die het college heeft gesteld voor de STEG-eenheid, te hoog is. (…) De Afdeling overweegt dat in de inrichting ten minste de in aanmerking komende BBT moeten worden toegepast. Locatiespecifieke omstandigheden kunnen vergen dat in het belang van de bescherming van het milieu verdergaande technieken dan de in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Hierbij komt het college een zekere beoordelingsvrijheid toe.

Voor inrichtingen als hier aan de orde moet het bevoegd gezag bij het bepalen van de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken op grond van tabel 1 van de bijlage bij de Regeling aanwijzing BBT-documenten rekening houden met het 'Reference Document on Best Available Techniques for Large Combustion Plants' (hierna: het BREF Grote stookinstallaties) en op grond van tabel 2 met de Nederlandse emissierichtlijn lucht (hierna: de NeR) en de Oplegnotitie BREF Grote stookinstallaties (hierna: de Oplegnotitie). (…) Ten aanzien van de motivering van het college om in afwijking van de emissierange uit de Oplegnotitie in vergunningvoorschrift 2.1.1 voor de STEG-eenheid een emissie-eis voor NOx te stellen van 50 mg/Nm3 als daggemiddelde waarde, overweegt de Afdeling dat het niet juist is dat, zoals het college stelt, de Oplegnotitie een hulpmiddel is bij het toepassen van het BREF Grote stookinstallaties waarbij de emissierange uit het BREF prevaleert. De Oplegnotitie is een aangewezen BBT-document waarmee ingevolge art. 1, lid 3 van de Regeling aanwijzing BBT-documenten rekening moet worden gehouden. Niet van belang is dat, zoals het college stelt, de emissierange voor NOx van 15-20 mg/Nm3 als jaargemiddelde waarde in de Oplegnotitie afkomstig is uit het beoordelingskader dat de provincie Zuid-Holland voor het Rijnmond-gebied vanwege de zich aldaar voordoende locatiespecifieke omstandigheden heeft vastgelegd. Immers, de minister heeft met de aanwijzing van de Oplegnotitie bepaald dat aan deze emissierange ook buiten het Rijnmond-gebied betekenis toekomt. Dat, zoals het college stelt, deze emissierange mede is ingegeven door de wens het ingevolge de NEC-richtlijn vastgestelde emissieplafond voor NOx niet te overschrijden, laat onverlet dat bij een besluit als het onderhavige met de Oplegnotitie rekening dient te worden gehouden. Dat de toepassing van een SCR-installatie volgens het college niet kosteneffectief is, kan evenmin gelden als voldoende reden om van de emissierange af te wijken. De kosteneffectiviteit van de toepassing van emissiereducerende maatregelen om de in BBT-documenten vermelde emissiewaarden te behalen, is in die emissierange reeds verdisconteerd. Het college heeft niet voldoende gemotiveerd waarom desondanks zou moeten worden geoordeeld dat in dit geval aan de kosteneffectiviteit van emissiereducerende maatregelen wel betekenis toekomt. Ook het betoog van het college dat een SCR-installatie niet is aangevraagd, zodat het opnemen van een emissiewaarde voor NOx die, zoals ook in het deskundigenbericht is vermeld, alleen met toepassing van een dergelijke installatie kan worden gerealiseerd, zou neerkomen op de impliciete weigering van de vergunning, is niet een deugdelijke motivering om af te wijken van de in de Oplegnotitie vermelde emissierange. Indien dit betoog van het college juist zou zijn, had het college de aangevraagde vergunning moeten weigeren. Het college heeft in strijd met art. 3:46 Awb niet toereikend gemotiveerd waarom in afwijking van de in de Oplegnotitie vermelde emissierange voor NOx van 15-20 mg/Nm3 als jaargemiddelde waarde voor gasturbines, in vergunningvoorschrift 2.1.1 voor de emissie van NOx vanwege de STEG-eenheid een daggemiddelde waarde van 50 mg/Nm3 is gesteld.

Print Friendly and PDF ^