Eis: 22 maanden gevangenisstraf voor faillissementsfraude The Entertainment Group BV

Het Functioneel Parket heeft donderdag voor de rechtbank in Zwolle een gevangenisstraf van 22 maanden geëist tegen een 58 -jarige inwoner van Zwolle voor faillissementsfraude.

Het OM verwijt de man dat hij in 2009 ruim € 300.000 aan de boedel van de gefailleerde vennootschap The Entertainment Group BV (TEG) onttrok. De verdachte deed dat als bestuurder van deze vennootschap. Daarnaast zou de man voor circa 3.800.000 euro aan valse facturen hebben gemaakt om daarmee circa 600.000 euro BTW terug te vragen. Hij wilde zo vermoedelijk de liquiditeitsproblemen van TEG oplossen.

Ondermijning

De FIOD kwam de man begin 2009 op het spoor, toen tegen hem een verdenking rees van belastingfraude, betreffende het geknoei met facturen. Tijdens het onderzoek dat volgde bleek dat de verdachte regelmatig geld naar zijn eigen bedrijf overmaakte, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover stond. Hij deed dit diverse keren.

Faillissementsfraude ondermijnt het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij op verschillende vlakken schade toe. De curator in het faillissement TEG heeft een civiele vordering tot terugbetaling van de onttrokken gelden ingesteld. De officier van justitie noemde de toegepaste handelwijze van de verdachte ’uitermate kwalijk en verwerpelijk’, mede omdat het bewust was en bovendien meerdere malen door hem toegepast werd. De officier van justitie vindt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 22 maanden daarom passend.

BRON: OM

Print Friendly and PDF ^

Eis: 27 maanden gevangenisstraf voor faillissementsfraude

Het Functioneel Parket heeft gisteren voor de rechtbank in Utrecht een gevangenisstraf van 27 maanden geëist tegen een 47-jarige transporteur uit Wijk bij Duurstede voor  accijns- en faillissementsfraude. Ook eiste het Openbaar Ministerie (OM) dat verdachte gedurende vijf jaar niet als bestuurder van een vennootschap mag optreden en dat het vonnis gepubliceerd wordt in een landelijk dagblad.

De verdachte exporteerde met zijn bedrijf tussen 2009 en 2010 aardappelen naar Frankrijk en importeerde flessen wijn. De accijns die hij daarvoor bij zijn klanten in rekening bracht, droeg hij niet volledig af aan de Belastingdienst. De man heeft zich tot de rechtszitting beroepen op zijn zwijgrecht. Ter zitting heeft hij wel vragen van de rechtbank beantwoord, maar desondanks is het onduidelijk gebleven waar het totale bedrag van € 1.300.000 is gebleven. De verdachte heeft ontkend dat hij dat bedrag in eigen zak heeft gestoken, maar weet niet waar het geld is gebleven.

Als de man en zijn bedrijf in augustus 2010 failliet gaan, blijkt dat hij vlak daarvoor allerlei goederen aan de boedel heeft onttrokken. Hij verkocht onder meer vier vrachtwagens - ver beneden de waarde- en liet de opbrengst op zijn eigen rekening storten. Die opbrengst nam hij vervolgens in contanten op. Een heftruck, een pompwagen, 2.300 flessen wijn, horloges en ruim € 33.000 in contanten verstopte de man bij een bevriende relatie. Hij vertelde dit alles niet aan de curator. Die gijzelde de man zeven maanden, maar zelfs toen gaf de verdachte geen openheid van zaken. De curator kwam er door toeval achter dat de man nog ergens spullen had verstopt.

Ondermijning

De officier van justitie noemde dit op zitting zeer ernstig: "Wat verdachte heeft gedaan is gewoon diefstal. Hij heeft zijn eigen belang voor dat van anderen gesteld, hij heeft gemeenschapsgeld in zijn zak gestoken, zijn werknemers en schuldeisers laten zitten en de gevolgen daarvan wederom op de gemeenschap afgewenteld." Faillissementsfraude ondermijnt het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij op verschillende vlakken schade toe. Mede daarom acht de officier van justitie een gevangenisstraf van 27 maanden op de plaats.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^

Ministerraad stemt in met zenden Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude aan Raad van State

De ministerraad heeft ingestemd de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, waarmee de mogelijkheden om via het strafrecht harder en effectiever op te treden tegen frauduleuze faillissementen worden verruimd, voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel is onderdeel van het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht dat het faillissementsrecht grondig wil moderniseren. De nieuwe regeling voorziet in een modernisering van de faillissementsdelicten in het Wetboek van Strafrecht. Deze modernisering vindt plaats in bijna alle bestaande strafbepalingen, met het oog op verbetering van de bruikbaarheid en verhoging van de effectiviteit. Ook worden enkele nieuwe strafbaarstellingen voorgesteld.

Fraudeurs ontspringen nu vaak de dans als de curator een lege boedel aantreft. Activa van de onderneming blijken voor het intreden van het faillissement al weggesluisd en er is opzettelijk geen administratie gevoerd. Dit maakt 'terugrechercheren' moeilijk. Om dit laakbare handelen, waarachter vaak ook andere fraude schuil gaat, beter te kunnen bestrijden komt er een aparte strafbaarstelling van overtreding van de administratieplicht bij faillissement met een maximum van twee jaar gevangenisstraf. Die strafbaarstelling biedt tevens een aanknopingspunt om de gang van zaken rond een faillissement te onderzoeken en eventuele fraudepraktijken bloot te leggen.

Verder stelt het kabinet voor frauduleus handelen strafbaar te stellen waardoor een onderneming in ernstige financiële problemen komt, zonder dat daadwerkelijk een faillissement is gevolgd. Dergelijk handelen wordt gestraft met twee jaar gevangenisstraf; is er sprake van persoonlijke verrijking, dan gaat de straf omhoog naar maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dit maakt het ook mogelijk om met vroegtijdig strafrechtelijk ingrijpen een faillissement te voorkomen of in ieder geval de schade te beperken.

Bron: Rijksoverheid

Print Friendly and PDF ^

'Pragmatisme zet toon bij herijking faillissementsrecht'

Geen algehele herziening, maar zes afzonderlijke wets- voorstellen om het faillisse- mentsrecht te moderniseren. Dat is de ‘pragmatische’ aanpak van het kabinet.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^

Evaluatie Wet controle op Rechtspersonen: toename aantal risicomeldingen

Het aantal risicomeldingen van faillissementsfraude neemt toe. Dat blijkt uit de evaluatie van Wet controle op rechtspersonen (Wcr) die minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vandaag aan de Tweede Kamer stuurde. In 2013 zijn 137 risicomeldingen gemaakt en 797 netwerktekeningen verstrekt. Opstelten constateert dat er de afgelopen periode veel ervaring is opgedaan met de nieuwe mogelijkheden die de wet biedt en dat er daarnaast expertise is opgebouwd bij het vaststellen van risico’s op misbruik van rechtspersonen.  Het toezicht op rechtspersonen is een van de instrumenten in de aanpak van faillissementsfraude.

Op 1 juli 2011 is de Wcr in werking getreden met als doel het voorkomen van misbruik van rechtspersonen, zoals faillissementsfraude. De wet maakt het mogelijk doorlopend toezicht op rechtspersonen zoals NV’s of BV’s te houden. De Dienst Justis van het ministerie van Veiligheid en Justitie analyseert op vooraf vastgestelde momenten de gegevens van bedrijven, hun bestuurders en aandeelhouders en hun directe omgeving.

De Dienst JUSTIS stelt op basis van verschillende informatiebronnen zoals het Handelsregister, het Justitieel Documentatiesysteem en gegevens van de  Belastingdienst , zogenaamde risicomeldingen en netwerktekeningen op.  Handhavende en opsporende instanties gebruiken hen in de uitvoering van hun taken. Een risicomelding is een rapport aan de betrokken instantie dat er een risico bestaat dat een rechtspersoon wordt misbruikt voor bijvoorbeeld faillissementsfraude. In een netwerktekening worden de onderlinge relevante relaties tussen de bevraagde (rechts)personen en andere  (rechts)personen of bedrijven weergegeven. In 2013 zijn 137 risicomeldingen gemaakt en 797 netwerktekeningen verstrekt. De handhavende en opsporende instanties, zoals bijvoorbeeld het OM, de politie, FIOD of de Belastingdienst, beoordelen vervolgens aan de hand van de risicomelding of een interventie kan volgen of dat bijvoorbeeld aanvullend onderzoek nodig is.

De evaluatie geeft inzicht in de terugkoppeling die afnemers aan Justis geven over acties die zij naar aanleiding van een verstrekte risicomelding hebben ondernomen. Hieruit blijkt dat concrete acties hebben plaatsgevonden zoals het afleggen van een bedrijfsbezoek, het veiligstellen van een boekhouding, het intrekken van een btw-nummer, een onderzoek naar verhaalsmogelijkheden, een beslaglegging of het aanhouden en vervolgen van verdachten van fraude. Uit de evaluatie blijkt dat het toezicht op rechtspersonen de afgelopen periode is opgebouwd, ingericht en verder geprofessionaliseerd.  Om het toezicht op rechtspersonen efficiënter te laten verlopen wordt aanbevolen om meer bronnen aan te sluiten op basis waarvan risicomeldingen gemaakt kunnen worden en te onderzoeken of de risicomeldingen aan meer organisaties verstrekt kunnen worden.

Recent zijn er al meerdere maatregelen getroffen om faillissementsfraude integraal aan te pakken, waaronder de uitbreiding en verbetering van de Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren en de inrichting van een centraal meldpunt faillissementsfraude bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD).

Meer weten over Faillissementsfraude? Kom dan op Donderdag 13 maart 2014 naar de Verdiepingscursus Faillissementsfraude in het centrum van Den Haag.

Klik hier voor meer informatie.

Print Friendly and PDF ^