OM in beroep tegen niet ontvankelijkheid Kastanjezaak

Het Openbaar Ministerie tekent beroep aan tegen de uitspraak van de rechter om het OM niet ontvankelijk te verklaren in de zaken tegen 26 verdachten in de zogeheten ‘Kastanje'-zaak. In deze zaak staan in totaal 34 verdachten terecht voor onder meer het verkrijgen van hypotheken met valse werkgeversverklaringen en loonspecificaties. De verdachten (veelal Vietnamezen) wordt valsheid in geschrifte, het hebben van hennepkwekerijen, deelname aan een criminele organisatie en witwassen ten laste gelegd.

De rechtbank besloot op 19 oktober 2012 dat één van de twee zaaksofficieren in deze zaak moet worden gehoord als getuige. Het Openbaar Ministerie is bereid om de betreffende zaaksofficier te laten horen in de zaken tegen de acht hoofdverdachten. Deze zaken zijn aangebracht en worden behandeld door de andere zaaksofficier.

Het Openbaar Ministerie is echter niet bereid om de officier te laten getuigen in de zaken tegen de overige 26 verdachten die hij zelf behandeld. Volgens het Openbaar Ministerie past het niet in het Nederlands rechtsstelsel om een officier te laten horen als getuige in een zaak waarin hij ook optreedt als vertegenwoordiger van het OM.

De rechtbank in Assen heeft hierop het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de zaken tegen de 26 medeverdachten. Wanneer het beroep dient is nog niet duidelijk. De zaak tegen de acht hoofdverdachten wordt ondertussen voortgezet.

Het Kastanje onderzoek ging van start naar aanleiding van het afbranden van een huis in Nieuw-Weeringe (Drenthe). In deze woning werd een hennepkwekerij aangetroffen. De hypotheekverstrekker stelde hierop een onderzoek in omdat werd vermoed dat de kopers van het pand vervalste papieren hadden gebruikt voor het verkrijgen van een hypotheek. Na uitgebreider onderzoek bleek dat er op deze manier nog een groot aantal andere woningen is aangekocht met vervalste papieren en dat in bijna al deze huizen hennepkwekerijen zijn gevonden. Uiteindelijk blijkt het om 35 verdachten te gaan. Negen van hen worden beschouwd als hoofdverdachten, één daarvan is inmiddels overleden. De praktijken vonden met name plaats in Friesland, Drenthe, Flevoland, Noord-Holland en Brabant.

De ‘Kastanje'-zaak is een zogeheten BR-NON zaak. Deze zaken worden bij het Openbaar Ministerie opgepakt door het Team Bovenregionale en Specialistische Taken.

De Bovenregionale Recherche Noord- en Oost-Nederland (BR-NON) houdt zich bezig met de bestrijding van regio-overschrijdende criminaliteitsvormen die maatschappelijk een behoorlijke impact hebben. Er is daarbij sprake van nauwe samenwerking tussen negen politieregio's en zeven arrondissementsparketten in het Noorden en Oosten van Nederland. De BR NON valt beheersmatig onder de politieregio IJsselland.

 

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^