Toets rechter noodzakelijk bij bestrijden computercriminaliteit

Bij het bestrijden van computercriminaliteit, moet de rechter zowel vooraf als achteraf kunnen toetsen. Bij binnendringen van een ‘geautomatiseerd werk’ (verder: computer) dat zich niet in Nederland bevindt (of als de locatie niet kan worden vastgesteld), verdient het aanbeveling in de wet vast te leggen dat dit alleen mag in zeer uitzonderlijke gevallen.

Deze 2 punten bracht senior raadsheer Christiaan Baardman, coördinator van het Kenniscentrum Cybercrime van de Rechtspraak, vandaag naar voren tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het Wetsvoorstel computercriminaliteit III. Tijdens zo’n rondetafelgesprek laten Kamerleden zich bijpraten over de stand van zaken over een bepaald onderwerp.

Grondrechten

Het Wetsvoorstel Computercriminaliteit kent een lange voorgeschiedenis. Dit is te verklaren vanuit de complexiteit van het nieuwe opsporingsmiddel en de mogelijk vergaande inbreuk op grondrechten, met name de privacy van burgers. De Raad voor de rechtspraak bracht over dit wetsvoorstel eerder een wetgevingsadvies uit.

Toetsing

De Rechtspraak is van mening dat juist vanwege deze mogelijke inbreuk er zowel vooraf (als het Openbaar Ministerie wil inbreken in een computer) als achteraf (als de gegevens zijn vergaard) een toets moet zijn door de rechter. Die toets moet dan plaatsvinden op grond van rechtmatigheid (mag het volgens de wet?), proportionaliteit (staat de verdenking in verhouding tot de inzet van het middel?) en subsidiariteit (is de inzet van het middel noodzakelijk?).

Uitzonderlijk

Extra ingewikkeld wordt het binnendringen van een computer als niet duidelijk is of het systeem zich wel in Nederland bevindt. Baardman bracht vandaag bij de Kamerleden onder de aandacht dat, internationaalrechtelijk gezien, er op dit moment geen bevoegdheid is binnen te dringen in netwerken die zich niet op Nederlands grondgebied bevinden. Baardman beval dan ook aan - naar Duits voorbeeld – in de wet vast te leggen dat binnendringen in buitenlandse netwerken alleen in zeer uitzonderlijke gevallen mag. Volgens internationaal recht mag het dan wel. Concreet moet het dan gaan om levensgevaar, gevaar voor lichamelijk letsel of vrijheidsbeneming of bedreiging van voortbestaan van staat of mensheid.

Zie op de site van de Tweede Kamer position papers van deelnemers aan de rondetafelconferentie.

 

Print Friendly and PDF ^

NAVO en EU sluiten ‘cyberakoord’

De European Unie en de NAVO gaan nauwer samenwerken om zich te weren tegen cyberaanvallen. In Brussel ondertekenden de partijen woensdag een akkoord over ‘cyberdefensie’.

De overeenkomst moet de uitwisseling van informatie vergemakkelijken. Aanvallen moeten daardoor sneller worden opgemerkt en bestreden. Ook kunnen de organisaties van elkaar leren.

De buitenlandse dienst van de EU beschouwt het akkoord als een ,,mijlpaal’’. De Nederlandse ambassadeur bij de NAVO, Marjanne de Kwaasteniet, sprak van een ,,belangrijke stap’’.

De militaire verdragsorganisatie en de landenunie werken sinds 2010 samen op het vlak van computerveiligheid. De NAVO-ministers van Defensie willen later dit jaar afspraken maken over 'hybride dreigingen', waaronder naast cyberaanvallen ook propaganda wordt gerekend.

Bron: Europa Nu

Print Friendly and PDF ^

In hoger beroep werkstraf en voorwaardelijke celstraf geëist voor grootschalige internetoplichting

De advocaat-generaal in Leeuwarden heeft op 5 februari jl. een werkstraf van 240 uur geëist tegen een 35-jarige man uit Den Haag voor grootschalige oplichting via internet. Daarnaast eiste de advocaat-generaal 2 jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van 3 jaar, en een ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van ruim 24.000 euro. De man dupeerde in 2012 en 2013 door heel Nederland circa 400 mensen met zijn praktijken, van wie er 145 aangifte deden. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 30 maanden celstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk en ontnemingvan wederrechtelijk verkregen voordeel van bijna 18.000 euro. De verdachte tekende hoger beroep aan tegen dit vonnis.

De verdachte bood goederen aan op diverse sites, zoals Marktplaats, en liet mensen betalen maar leverde niet. Ook struinde hij het web af op zoek naar adverteerders die bepaalde goederen zochten; ook hen liet hij betalen om vervolgens niets te leveren. Voor zijn oplichtingspraktijken had de verdachte verschillende prepaid-telefoons en tenminste vijf bankrekeningen in gebruik. Hij bediende zich tevens van verschillende valse namen en loog over zijn woonplaats.

Gezien de omvang van de zaak heeft de rechtbank in de visie van het OM een juiste straf opgelegd. Maar inmiddels zijn de omstandigheden van de verdachte in maatschappelijk en persoonlijk opzicht ten goede gekeerd en toont hij berouw. Voor het OM is dit aanleiding de strafeis te matigen. Daarbij speelt ook mee dat de verdachte naar verwachting aan het werk kan, waardoor de kans toeneemt dat hij de benadeelden naar behoren kan compenseren .

Het hof doet (naar verwachting) uitspraak over twee weken.

Bron: OM

 

Print Friendly and PDF ^

OM: Wet computercriminaliteit III noodzakelijk in de opsporing van criminelen

Het is voor het Openbaar Ministerie en de politie noodzakelijk dat de wet computercriminaliteit III wordt aangenomen, om de opsporing en vervolging van cybercriminelen te versterken. De ontwikkelingen op het terrein van technologie, internet en communicatie gaan razendsnel. Ook criminelen hebben toegang tot steeds meer en verder ontwikkelde digitale middelen en technieken. Ze gebruiken onder meer encryptie om bestanden te beveiligen, beveiligde communicatiediensten (zoals Whatsapp, Skype en Viber en Telegram), anoniemehotspots en cloud computing diensten. Daarmee proberen ze hun criminele activiteiten te verhullen en uit handen te blijven van Openbaar Ministerie (OM) en politie. Daarnaast zijn burgers en bedrijven zich nog onvoldoende bewust van de gevaren van een computervredebreuk. Daardoor is de kans op grote hacks reëel met alle risico’s en gevolgen van dien.

Top 10

Nederland staat in de top 10 van landen ter wereld met de meeste cyberaanvallen. De uitstekende infrastructuur van snel, goedkoop en stabiel internet in Nederland trekt wereldwijd cybercriminelen aan, die de servers in ons land gebruiken voor hun illegale praktijken.

De bestaande bevoegdheden van OM en politie zijn onvoldoende toegesneden op de voortschrijdende technologische ontwikkelingen. Het OM acht het om die reden noodzakelijk dat de wet computercriminaliteit III wordt aangenomen en ingevoerd, om de opsporing en vervolging van (computer)criminelen te verbeteren en te versterken.

Wet opsporing computercriminelen

De wet computercriminaliteit III biedt essentiële bevoegdheden voor de opsporing en vervolging van (cyber)criminaliteit. Deze wet voor de opsporing van (computer)criminelen stelt de heling van gegevens strafbaar. Tevens creëert deze een bevoegdheid voor opsporingsambtenaren om de computer van criminelenbinnen te gaan, om ernstige strafbare feiten op te sporen en tegen te gaan dat (computer)criminelen meer ernstige feiten plegen.

Bovendien stelt de wet het strafbaar om (online) minderjarigen te benaderen met als doel ontuchtige handelingen met hen te plegen. Maar ook om op internet goederen en diensten te koop aan te bieden zonder te leveren. Tot slot bouwt de wet de bevoegdheden van de officier van justitie uit om te bevelen dat gegevens op internet ontoegankelijk worden gemaakt. Dat gebeurt altijd met machtiging van de rechter-commissaris.

Niet te kraken

De huidige strafvorderlijke bevoegdheden zijn vooral gericht op communicatie die te onderscheppen is. Dus door een lopende stroom van communicatie te onderscheppen (tap, OVC) of (in beslaggenomen) gegevensdragers te onderzoeken.

Voor de niet te kraken gegevens en de huidige –en in de toekomst steeds meer te verwachten – ongrijpbare (gecrypte) communicatie, bieden de bestaande bevoegdheden van opsporingsambtenaren onvoldoende soelaas.

Bron: OM

 

Meer weten over de Wet computercriminaliteit III  en over de opsporing van computercriminaliteit? Kom dan op 14 april 2016 naar de Basiscursus Cybercrime.

Klik hier voor meer informatie.

 

Print Friendly and PDF ^

Aanhoudingen in internationaal bitcoins onderzoek

De FIOD heeft op 19 januari, onder leiding van hetFunctioneel Parket, 15 adressen doorzocht en 10 aanhoudingen verricht in het kader van een grootschalig internationaal bitcoins onderzoek. De doorzoekingen vonden plaats in Rotterdam, Zoetermeer, Almere, Dordrecht, Zaandijk, Schiedam, ‘s-Gravenhage en Putten. Er is beslag gelegd op luxe voertuigen, contanten, bankrekeningen en, door middel van rechtshulpverzoeken aan de VS, Australië, Litouwen en Marokko, op goederen waaronder bitcoins accounts. Tevens zijn er grondstoffen voor de vervaardiging van XTC aangetroffen.

Aanleiding

Het onderzoek is gestart naar aanleiding van signalen van banken over het overschrijven van grote geldbedragen, waarbij steeds en direct na ontvangst van een geldbedrag dit contant werd opgenomen.

Dark web

Zoals de eerlijke burger handelt via websites als E-bay en Marktplaats, hebben criminelen hun eigen vraag-en-aanbod-websites, die te vinden zijn op het ‘Dark Web’. Het Dark Web is een deel van het internet dat moeilijker toegankelijk is voor de gemiddelde internetgebruiker. Het Dark Web wordt niet in kaart gebracht door de gebruikelijke zoekmachines. In de criminele wereld worden op dergelijke websites (zoals Silk Road) diensten en of goederen op het Dark Web aangeboden en verkocht waar men elkaar met bitcoins betaalt.

Verdachten

In dit onderzoek zijn verschillende verdachten in beeld gekomen: de criminele ‘handelaren’ op Dark Web die met bitcoins betalen en de zogenaamde ‘bitcoin-cashers’ die de bitcoins van deze handelaren, tegen betaling, omwisselen in contanten. Zowel de handelaren als de bitcoin-cashers  zijn alsverdachte aangemerkt waarbij de bitcoincashers zijn aangemerkt als hoofdverdachten in dit onderzoek. Alle 10 verdachten worden verdacht van witwassen.

Werkwijze

De bitcoincashers kopen bitcoins van handelaren die deze bitcoins vermoedelijk hebben verkregen door te handelen in illegale goederen op Dark Web waarbij bitcoins als betaalmiddel worden gebruikt. De bitcoincashers verkopen vervolgens op legale bitcoinplatforms deze bitcoins voor euro’s aan zogenaamde exchange-kantoren. De opbrengsten, de euro’s, van deze verkopen worden na ontvangst op de bankrekening contant opgenomen. Vermoedelijk gaat het hierbij om vele miljoenen euro’s.

Bitcoinhandel

De bitcoinhandel is niet gereguleerd en onttrekt zich aan het toezicht van de regelgever en financiële toezichthouders. Het is daarom een aantrekkelijk middel voor criminelen om crimineel verkregen geld wit te wassen. Het onderzoek heeft echter aangetoond dat het Dark Web geen anonimiteit garandeert en dat FIOD ook hier het recherchewerk kan doen. FIOD en OM zullen hun bevindingen delen met AFM en de Nederlandse Vereniging van Banken.

Bron: OM

 

Meer weten? Kom dan op 14 april naar de Basiscursus Cybercrime.

Klik hier voor meer informatie.

 

Print Friendly and PDF ^