Gevangenisstraf en geldboete voor man die bank oplichtte
/Rechtbank Oost-Brabant 17 november 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:6410
De rechtbank heeft een 65-jarige man uit Breda veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Ook krijgt hij een geldboete van 10.000 euro. De man lichtte vijf keer een bank op en deed één poging daartoe.
De man belde tussen maart en oktober 2014 een tiental keer naar een bank, deed zich voor als iemand van een bedrijf en vroeg uit naam van dit bedrijf bankpassen en pincodes aan. Hij wekte vertrouwen door via de telefoon verificatievragen te beantwoorden aan de bank. De man ging vervolgens naar het adres van het bedrijf van wie hij zich als werknemer had voorgedaan en onderschepte daar de enveloppen met de aangevraagde bankpassen en pincodes.
Onder bedreiging
De man verklaarde dat hij vanwege zijn financieel penibele situatie geld had geleend van een aantal mannen en dat hij dit geld niet direct kon terugbetalen. De mannen zouden hem hebben gedwongen bij een bank passen met bijbehorende pincodes aan te vragen en onderscheppen. Die passen en codes heeft hij volgens eigen zeggen overgedragen aan de mannen die hem bedreigden. De rechtbank acht de verklaring van de man dat hij bedreigd is niet geloofwaardig, omdat hiervoor namelijk geen bewijzen zijn.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de man op slinkse en geraffineerde wijze nieuwe of extra bankpassen en pincodes wist te ontfutselen bij de bank. Hiermee schaadde hij het vertrouwen dat bedrijven en particulieren moeten kunnen hebben in de juistheid van de financiële transacties met hun bank. De rechtbank weegt in het voordeel van de man mee dat hij sinds de delicten, voor zover bekend, geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
Naast de gevangenisstraf legt de rechtbank de man ook een aanzienlijke geldboete op. De drijfveer van de man was kennelijk om aan geld te komen. Hij trok zich hierbij niets van anderen aan. Hoeveel geld hij aan zijn oplichtingspraktijken heeft overgehouden, wordt uit het dossier niet duidelijk. Wel staat vast dat de man een aantal bankpassen daadwerkelijk in bezit heeft gehad en dat daarmee grote bedragen van de rekeningen van de gedupeerden zijn opgenomen. De rechtbank acht het daarom passend om de man -bij wijze van vergelding- in zijn portemonnee te treffen.
Lees hier de volledige uitspraak.