HR gaat in op beoordeling aanhoudingsverzoeken waarbij raadsman aangeeft dat hij niet weet waarom verdachte niet is verschenen en deze mogelijk geen weet heeft van zitting

Hoge Raad 9 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1145

Het middel komt op tegen de afwijzing door het hof van het namens de verdachte gedane aanhoudingsverzoek. Geklaagd wordt dat het hof in zijn beslissing geen blijk heeft gegeven de vereiste belangenafweging te hebben gemaakt, omdat het hof zich er niet van vergewist heeft of sprake is van een bijzondere omstandigheid op grond waarvan het belang van een behoorlijke strafvordering dient te prevaleren boven het aanwezigheidsrecht van de verdachte. Daarbij wordt onder andere aangevoerd dat het hof ten onrechte heeft aangenomen dat de verdachte zelf van de zitting op de hoogte was en dat het aanwezigheidsrecht hierdoor “wegvalt”.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Enkele gedachten over de toekomst van de selectie vóór de poort

Nu de Hoge Raad bijna driekwart van de cassatieschrifturen in strafzaken afdoet zonder inhoudelijke motivering is de vraag gerechtvaardigd of de advocatuur op de huidige weg verder moet. De uitkomst van een recente tuchtrechtelijke procedure doet vermoeden dat de selectie vóór de poort wel wat strenger mag. De invoering van een gespecialiseerde cassatiebalie in strafzaken kan bijdragen aan een evenwichtiger balans tussen de belangen van verdachten enerzijds en de eigen verantwoordelijkheid van de advocaat ten opzichte van de Hoge Raad anderzijds.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rechtmatigheid onderzoek smartphone: HR herhaalt beoordelingskader over onderzoek aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken

Hoge Raad 9 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1079

Het middel klaagt onder meer dat het Hof ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, heeft verworpen het verweer dat het onderzoek aan de smartphone van de verdachte onrechtmatig is en dat de resultaten daarvan moeten worden uitgesloten van de bewijsvoering.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t de mogelijkheid een taakstraf op te leggen aan verdachte die woonachtig is in ander EU-land

Hoge Raad 2 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1066

De enkele omstandigheid dat de verdachte in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland woonachtig is, staat niet in de weg aan de oplegging van een taakstraf. Gelet op het toepasselijke juridisch kader - de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties en het Kaderbesluit 2008/947/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen - belet die enkele omstandigheid immers op zichzelf niet de tenuitvoerlegging in een andere lidstaat.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling van oud-wethouder van Roermond wegens omkoping blijft in stand

Hoge Raad 9 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1135

De Hoge Raad heeft de ingediende klachten van de verdachte verworpen. Er is onder meer geklaagd dat de rechtbank en het Hof niet bevoegd zouden zijn over een aantal tenlastegelegde feiten te oordelen, omdat het zou gaan om ambtsmisdrijven. Daarover zou alleen de Hoge Raad mogen oordelen. Verder zou de oud-wethouder ten onrechte zijn veroordeeld wegens het schenden van een geheim door het lekken van vertrouwelijke informatie uit de sollicitatieprocedure voor een nieuwe burgemeester in Roermond.

Read More
Print Friendly and PDF ^