Oplichting & de aan het “bewegen” van het slachtoffer te stellen eisen
/Hoge Raad 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:652
Het middel komt op tegen de motivering van de bewezenverklaring van de onder 4 tenlastegelegde oplichting, in het bijzonder tegen het oordeel van het Hof dat slachtoffer 1 door de gedragingen van de verdachte is bewogen tot de afgifte van een geldbedrag. Het betoogt mede naar aanleiding van wat in hoger beroep door de verdediging is aangevoerd dat slachtoffer 1 te goedgelovig is geweest en dat "dwaasheid niet wordt beschermd" door art. 326 Sr.
Read More