HR herhaalt: 'verbergen' en 'verhullen' hebben betrekking op gedragingen die erop zijn gericht het zicht te bemoeilijken op wie de rechthebbende op een voorwerp is
/Hoge Raad 2 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:474
Gelet op deze wetsgeschiedenis hebben 'verbergen' en 'verhullen' als bedoeld in art. 420bis, eerste lid onder a, Sr, betrekking op gedragingen die erop zijn gericht het zicht te bemoeilijken op – voor zover hier van belang – wie de rechthebbende op een voorwerp is. Die gedragingen moeten tevens geschikt zijn om dat doel te bereiken. (Vgl. HR 14 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:236.)
Read MoreDe strijd tegen witwassen: relativer(ING)?
/De ING kwam in opspraak omdat voor een bedrag van 775 miljoen euro een transactie is getroffen tussen de bank en het OM. De strafbare feiten betreffen verplichtingen uit de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme) waar niet aan is voldaan. Recent kwam in het nieuws dat de ING behalve in Nederland, nadien in Italië is aangesproken op dezelfde overtredingen.
Read MoreGetuigenverzoek: zwijgen kan op zich geen grond vormen afwijzing, maar hieraan kan wel betekenis toekomen bij de beoordeling of een verzoek voldoende is gemotiveerd
/Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 maart 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:1303
Naar het oordeel van de rechtbank kan het zwijgen van een verdachte op zich geen grond vormen voor het afwijzen van een verzoek tot het horen van een getuige. Maar onder omstandigheden kan hieraan wel betekenis toekomen bij de beoordeling of een verzoek voldoende is gemotiveerd. Een dergelijke motivering dient immers voldoende concreet en specifiek te zijn en in dat verband kan de omstandigheid dat er door het zwijgen van verdachte geen concrete betwisting is van het scenario zoals dat in het dossier naar voren komt, wel degelijk een rol spelen. Het niet (willen) afleggen van een verklaring door de verdachte kan er toe leiden dat noodzakelijke informatie ontbreekt om de betekenis van het horen van de verzochte getuige voor de beantwoording van de vragen van art 348 en 350 Sv voldoende te onderbouwen. Het risico daarvoor ligt op dit punt bij de verdediging.
Read MoreArtikel: De ‘toepassing’ van artikel 174 Wetboek van Strafrecht
/Hoofdvraag aan het begin van onderhavig artikel is hoe artikel 174 Sr is toegepast sinds de inwerkingtreding en of door de toepassing van artikel 174 Sr de beoogde doeltreffende repressie is bereikt? Kunnen consumenten sinds de inwerkingtreding van artikel 174 Sr beter worden beschermd? Er is sinds de inwerkingtreding ruim 130 jaar verstreken, dus men zou kunnen veronderstellen dat inmiddels de nodige zaken aan de rechter zijn voorgelegd.
Read More