Verzoek tot kennelijke niet-ontvankelijkheid van vorderingen benadeelde partijen gelet het grote aantal vorderingen en de te verwachten complicaties bij beoordeling

Gerechtshof Amsterdam 25 februari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:604

Namens de verdachten is het verzoek gedaan dat het hof toepassing zal geven aan zijn bevoegdheid om de benadeelde partijen in dit stadium van de strafprocedure kennelijk niet ontvankelijk in hun vorderingen te verklaren. Daartoe is in de kern aangevoerd dat er sprake is van een groot aantal vorderingen. Dit gegeven, bezien in samenhang met, naar de mening van de verdediging, te verwachten complicaties bij de beoordeling van de vorderingen, moet reeds nu leiden tot de slotsom dat de behandeling en beoordeling van de vorderingen van de benadeelde partijen een onevenredige belasting van het strafgeding zullen opleveren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting: behoort tot de schade die benadeelde partijen hebben geleden, doordat de verdachte de door hen geleverde goederen en diensten niet heeft betaald, de btw die aan verdachte was gefactureerd?

Parket bij de Hoge Raad 29 januari 2019, ECLI:NL:PHR:2019:76

Het middel stelt onder meer de vraag aan de orde of de btw die de benadeelde partij de verdachte in rekening had gebracht, bijdraagt aan de schade die de benadeelde partij ten gevolge van de wanbetaling heeft geleden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Moeten de vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel worden toegewezen in wettig Nederlands betaalmiddel of in de valuta die is gevorderd door de benadeelde partij?

Parket bij de Hoge Raad 29 januari 2019, ECLI:NL:PHR:2019:80

Het vierde middel klaagt over (i) de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij in Britse ponden en (ii) de oplegging van de daarmee corresponderende schadevergoedingsmaatregel die bestaat uit de verplichting om aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer hetzelfde bedrag in Britse ponden te betalen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan een schriftelijke vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij als wettig bewijsmiddel worden gebruikt?

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:91

Uit de vaststellingen van het hof volgt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en belediging van een ambtenaar (hoofdconductrice). De rechtbank had de verdachte partieel vrijgesproken omdat naar haar oordeel niet kon worden bewezen dat de aangeefster ten tijde van het gebeuren een ambtenaar was in de zin van de wet. Het hof heeft dit onderdeel van de tenlastelegging evenwel wél bewezenverklaard en daarbij vastgesteld dat de aangeefster in haar hoedanigheid van bijzonder opsporingsambtenaar (BOA) is beledigd en mishandeld. Het hof ontleende dit gegeven mede aan de vordering tot schadevergoeding die de aangeefster als benadeelde partij had ingediend. Het gebruik van deze vordering tot het bewijs staat in cassatie centraal.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: kan slachtoffer, bij het uitblijven van vervolging, d.m.v. de procedure van art. 51b Sv stukken krijgen voor de onderbouwing van een art. 12 Sv-klacht?

Hoge Raad 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2334

Read More
Print Friendly and PDF ^