Gevangenisstraf voor diefstal & witwassen na omwisselen diamanten met zirkonia’s door voormalig medewerker Huis ter Duin

Rechtbank Den Haag 4 december 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14211

De rechtbank Den Haag heeft een 44-jarige man veroordeeld voor het stelen en witwassen van sieraden. De man was de persoonlijke assistent van de eigenaresse van het hotel Huis ter Duin in Noordwijk. Hij wist de slachtoffers ervan te overtuigen dat het veiliger was om de sieraden in de kluis van het hotel op te bergen. Met een valse sleutel haalde hij kostbare sieraden uit de kluis. De diamanten liet hij omwisselen voor zirkonia’s.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordelingen voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige telecomfraude met servicenummer blijven in stand. HR over geldbedragen in de tenlastelegging.

Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2226

Het middel klaagt onder meer dat het Hof in de zaak met het parketnummer 13-520034-06 bij de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten. Daartoe wordt aangevoerd dat de bewezenverklaring betrekking heeft op andere geldbedragen dan die in de tenlastelegging zijn vermeld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Cautie bij aanvang terechtzitting

Hoge Raad 27 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2193

Het middel klaagt dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nietig is nu de voorzitter van het Hof ten onrechte op de terechtzitting van 21 december 2016 heeft verzuimd aan de verdachte mede te delen dat hij niet tot antwoorden verplicht is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag: Boot onder A in beslaggenomen. B stelt eigenaresse te zijn, nu de boot door B onder eigendomsvoorbehoud is geleverd aan A en A niet binnen de gestelde termijn aan B heeft betaald.

Hoge Raad 27 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2190

In beide middelen wordt geklaagd over de motivering van de ongegrondverklaring van het beklag. Het eerste middel richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is geweest van een koopovereenkomst onder opschortende voorwaarde. Het tweede middel komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de boot zal bevelen, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de boot toebehoort aan betrokkene 1 in de zin van art. 33a Sr en dat betrokkene 1 in juli 2015 eigenaar is geworden van de boot omdat er geen sprake is van huurkoop, maar van een koop op afbetaling zonder rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud. De middelen lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ondervragingsrecht: Levert gebruik voor bewijs van PV van verbalisant, die in hoger beroep vier jaar later als getuige is gehoord, strijd met art. 6 EVRM op?

Hoge Raad 6 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2049

Het middel klaagt dat art. 6, eerste en derde lid, aanhef en onder d, EVRM is geschonden doordat het hof een proces-verbaal van een verbalisant tot het bewijs heeft gebezigd, althans dat ’s hofs oordeel dat het gebruik van dit proces-verbaal geen schending van art. 6, derde lid, EVRM oplevert niet zonder meer begrijpelijk is.

Read More
Print Friendly and PDF ^