Bezit van producten van krokodillenleer en pythonhuid: verdacht bedrijf heeft onvoldoende aangetoond dat specimens verkregen zijn overeenkomstig geldende wetgeving

Gerechtshof Amsterdam 28 juni 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2184

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in zijn bezit hebben van een omvangrijke hoeveelheid broeken, jassen, riemen, T-shirts, sleutelhangers, tassen, portemonnees, rokken, jurken en schoenen gemaakt van python, anaconda en krokodil.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak niet (tijdig) doen van aangifte inkomstenbelasting: Pas na verstrijken van de in de aanmaning nader gestelde termijn kan worden geconstateerd dat niet (tijdig) aangifte is gedaan

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 11 september 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3311

Uit de gang van zaken volgt dat de verdachte is uitgenodigd tot het doen van aangifte, hij daaraan is herinnerd en vervolgens is aangemaand, een en ander volgens het stramien van artikel 9 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Uit de herinneringsbrief en de aanmaning in de onderhavige zaak blijkt dat steeds een nieuwe uiterlijke datum is vermeld waarop de aangifte inkomstenbelasting alsnog moet zijn ingediend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoekschrift ex art. 591a Sv: Latere wijziging sepotcode brengt niet mee dat termijn opnieuw gaat lopen

Gerechtshof Amsterdam 2 april 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2481

Een verzoekschrift als bedoeld in artikel 591a Sv dient te worden ingediend binnen drie maanden na afdoening van de zaak, in onderhavige zaak derhalve binnen drie maanden na de sepotbeslissing. De latere wijziging door het openbaar ministerie van de sepotcode brengt niet mee dat opnieuw een termijn van drie maanden gaat lopen waarbinnen een verzoekschrift op de voet van artikel 591a Sv kan worden ingediend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Fraude met loonheffingen in de uitzendbranche: Overwegingen over de kwaliteit van aangifteplichtige, medeplegen, rol van verdachte & de wijze waarop zaken tegen medeverdachten zijn afgedaan

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 11 september 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3314

Het hof heeft in het kader van de straftoemeting tevens de rol van de verdachte in de constellatie van de bewezenverklaarde strafbare feiten in ogenschouw genomen, alsmede de wijze waarop de zaken tegen haar medeverdachten zijn afgedaan. Allereerst stelt het hof vast dat de verdachte als zzp’er in ondergeschiktheid ten opzichte van haar opdrachtgevers medeverdachte 1 en medeverdachte 2 administratieve werkzaamheden heeft verricht. De verdachte heeft, anders dan de directeuren van Uitzendbureau 1 B.V. en Uitzendbureau 2 B.V., geen financieel voordeel uit de strafbare feiten genoten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aanbieden en onder zich hebben van ivoren voorwerpen: verdachte heeft voldaan aan plicht om naar genoegen CITES-bureau aan te tonen dat hij een beroep kan doen op antiekvrijstelling

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 24 juli 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6116

Uit de regelgeving leidt het hof af dat verdachte in deze zaak met succes een beroep kan doen op de zogenoemde “antiekvrijstelling” indien hij ten genoegen van het CITES-bureau (de in Nederland aangewezen “administratieve instantie” zoals bedoeld in artikel 2 onder w van de Basisverordening) kan aantonen dat zijn ivoren voorwerpen vóór het jaar 1947 zijn bewerkt.

Read More
Print Friendly and PDF ^