Niet-ontvankelijkheidsverweren verworpen: geen sprake van onrechtmatig boekenonderzoek, misbruik van bevoegdheden, vervolgingsuitsluitingsgrond van art. 69 lid 4 AWR en schending una via

Rechtbank Rotterdam 16 juni 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:5378

Uit proces-verbaal AMB-01 blijkt wat de aanleiding van het boekenonderzoek bij de verdachte is geweest. Hierin staat dat er signalen waren dat het kantoor van de verdachte niet volledig meewerkte bij door de Belastingdienst ingestelde boekenonderzoeken en dat er twijfels waren omtrent de juistheid van de bijgehouden en gevoerde administraties van haar cliƫnten. De genoemde signalen waren een reden om een nieuw boekenonderzoek in te stellen. Ook de bevindingen in het onderzoek naar de casus naam 2 hebben aanleiding gevormd voor nader onderzoek naar de verdachte. De stelling van de verdediging dat de officier van justitie geen duidelijkheid heeft verschaft over de aanleiding van het boekenonderzoek volgt de rechtbank dan ook niet. Voorts ziet de rechtbank geen aanknopingspunten dat het boekenonderzoek bij de verdachte op onrechtmatige gronden zou zijn ingesteld of dat anderszins sprake is van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek.

Read More
Print Friendly and PDF ^

'Convinced before convicted' - Overtuigend aantonen bij een vergrijpboete

Het arrest van 8 april 2022 betreft het tweede arrest binnen een jaar tijd waarin de Hoge Raad een uitspraak met betrekking tot vergrijpboeten ambtshalve casseert. In zijn arrest van 24 september 2021 ging de Hoge Raad uit eigen beweging ten overvloede in op de suppletieverplichting van artikel 10a AWR en het opleggen van een vergrijpboete wegens de niet-nakoming daarvan in relatie tot het nemo-teneturbeginsel. In het arrest van 8 april 2022 heeft de Hoge Raad de bewijsmaatstaf voor opzet in boetezaken verduidelijkt. De Hoge Raad overwoog dat opzet – als bestanddeel van een beboetbaar feit – slechts kan worden aangenomen indien de daarvoor vereiste feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan. Het gaat daarbij om 'overtuigend aantonen' in plaats van het regelmatig door feitenrechters gehanteerde criterium van 'aannemelijk maken'.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aanpassing fiscaal verschoningsrecht van de baan

In 2017 kondigde de toenmalig staatssecretaris van FinanciĆ«n een inperking aan van het zogenaamde fiscaal verschoningsrecht. Achtergrond daarvan is het belang dat wordt gehecht aan nationale en internationale fiscale transparantie. Dat heeft geleid tot onderzoek en een voorstel voor een wettelijke maatregel dat in de tweede helft van 2020 op internet ter consultatie is aangeboden. De NOvA had grote zorgen over de wijze waarop de rol van advocaten lijkt te worden ingevuld bij de aanpak van belastingontduiking. Met dit wetsvoorstel zou de Belastingdienst inzage krijgen in de communicatie tussen (onder anderen) een advocaat en zijn client. Het recht op vertrouwelijke communicatie met geheimhouders als advocaten komt hierdoor onder druk te staan. Uit de op 19 juli 2022 voor internetconsultatie gepubliceerde ā€˜fiscale verzamelwet 2024’ blijkt dat de aanpassing van het fiscaal verschoningsrecht van de baan is en dat er slechts een codificatie zal plaatsvinden van jurisprudentie van de Hoge Raad.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toepassing art. 9a Sr bij veroordeling vennootschap: geen betrokkenheid opvolgend bestuur

Rechtbank Rotterdam 16 juni 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:5379

De vennootschap in kwestie heeft zich schuldig gemaakt aan fraude met omzetbelasting en valsheid in geschrift. De rechtbank gaat over tot toepassing van art. 9a Sr: schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel. De feiten zijn flink verouderd. Ze zijn meer dan acht jaren geleden gepleegd. Nadien is de vennootschap verkocht en het opvolgend bestuur heeft geen enkele betrokkenheid gehad bij de bewezenverklaarde feiten. De verdachte rechtspersoon is behoudens deze feiten niet met de FIOD en justitie in aanraking gekomen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De rechtspersoon en de DGA als 'dezelfde persoon': uitholling van rechtsbescherming bij het una via- beginsel

Anders dan in veel andere jurisdicties kan een rechtspersoon op basis van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (Sr), ondanks dat het geen menselijke eigenschappen heeft, wel dader zijn van een strafbaar feit. Bij de introductie van de strafbaarheid van de rechtspersoon in het Wetboek van Strafrecht heeft de wetgever willen aansluiten bij het civielrechtelijke begrip. De rechtspersoon is een volwaardig rechtssubject en zelfstandig drager van rechten en plichten. Beboeting of bestraffing vindt plaats via het functioneel daderschap en het leerstuk van de toerekening van opzettelijk menselijk handelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^